gitaar style O – 7-snarige gitaar – folk gitaar – jazz gitaar – maccaferri gitaar – selmer gitaar

Gitaar style O

Hans de Louter

Deze gitaar heb ik gebouwd naar de specificaties van een instrument gebouwd door Orvil Gibson, en vervaardigd door hem aan het einde van de 19^e eeuw, de Jugendstil-periode.
Het boven- en onderblad zijn gewelfd.
De gitaar is destijds ontwikkeld voor de vele string-bands die met name in Amerika voorkwamen.
Later werd dit instrument tevens toegepast bij plaatopnamen van o.a. bluesmuzikanten.
De klank is vol en warm met een groot draagkrachtvermogen en mede daardoor ruim inzetbaar in vele muziekstijlen.

Technische gegevens

Mensuur: 63,8 cm

Gebruikte houtsoorten

bovenblad: gestoken fijnjarig fichte-hout
onderblad, zijwanden en hals: gevlamd esdoorn
toets en het kopplaatfineer: ebbenhout

Laksoort: gekleurde spirituslak

7-snarige gitaar

Hans de Louter

Lex vroeg me een 7-snarige nylon gitaar te bouwen. Vanuit zijn professionele aanpak wilde hij een extra bastoon onder zijn spel zetten.

Je kunt niet zomaar de kast vergroten om de eigen toon lager te maken, daar de hoge snaren te weinig energie hebben om het oppervlakte van het bovenblad te laten klinken.

Al met al ben ik een jaar met deze gitaar aan de gang geweest; hoe groot moeten de bladen worden, waar haal ik de mechanieken vandaan en welke materialen zijn goed om te gebruiken? Na enig teken- en rekenwerk kwam ik tot deze oplossing.
Met dank aan de Gulden Snede om het ontwerp evenwichtiger te maken.

Technische gegevens

Mensuur: 65,0 cm

Stemming: B (of C) E A d g b e

Gebruikte houtsoorten

bovenblad: fijnjarig Fichten-hout
onderblad en zijwanden: Indisch palissander
kopfineer en kam: Indisch palissander
hals: Honduras mahonie
toets: ebbenhout

Laksoort: nitrocellulose

7-snarige gitaar, het maken van de rozet

7-snarige gitaar, rozet compleet met paarlemoer

7-snarige gitaar, de fan-bracing aan de onderzijde van het bovenblad

7-snarige klassieke gitaar wordt gefret (detail)

de zevensnarige gitaar voor Lex Kemper is gemaakt door Hans de Louter

David Levie schreef over de zeven snarige gitaar

Folkgitaren, 2 variaties

Folkgitaar zonder cut-away

Hans de Louter

De Stentor – dit is de Apeldoornse Courant – heeft mij gevraagd om bij een volgende gitaar in wording deze te mogen filmen en fotograferen.

In het kader van een expositie in het ACEC-gebouw, welke door de Stentor wordt opgezet, was deze gitaar met vele andere instrumenten te zien.
De uitvoering van deze gitaar is een stuk gewaagder geworden; zo is mijn naam in paarlemoer in de kop ingelegd en er zitten twee liefkozende duiven boven mijn naam.

Een bijzondere maatverdeling is er bij deze gitaar aanwezig, daar het instrument vrij goed op ergonomisch gebied ligt, terwijl het de klank toch ten goede komt.

Technische gegevens

Mensuur: 63,8 cm

Gebruikte houtsoorten

bovenblad: fijnjarig Fichtenhout
onderblad en zijwanden: Indisch palissander
hals: Honduras mahonie
kopfineer, toets en kam: ebbenhout

Laksoort: spirituslak

de cassette, het onderblad met de zijwanden, wordt gelijmd

folkgitaar het lijmen van de rozetranden

het inleggen van paarlemoer bij de rozet

het vlakken en rondvijlen van de fretten

de folkgitaar is bijna klaar om te lakken — folkgitaar is bijna klaar om te lakken

de folkgitaar is klaar — folkgitaar is klaar

de folkgitaar met achterzijde van palissander — folkgitaar met achterzijde van palissander

Folkgitaar met cut-away

Hans de Louter

Deze gitaar heb ik gebouwd voor dhr. Sinnema, nadat hij voor een prototype van dit instrument had gekozen. Hij wilde graag een nieuw instrument en hij vond het prettig om zijn voorkeur te geven; welke materialen gebruiken we, wat voor een soort ‘geluid’ zit er in maar misschien nog wel het belangrijkste, hoe speelt dit instrument? Regelmatig kwam hij bij mij over de vloer en waren de laatste vorderingen tot stand gekomen.

Deze gitaar is qua cassette opgebouwd uit Indisch Palissander, het bovenblad is gemaakt van Fichtenhout. Dit zijn vrij gebruikelijke houtsoorten die werden toegepast, daar ze over het algemeen qua klank veel gezocht zijn en ook het uiterlijk speelt wat dat betreft uiteraard mee.

Technische gegevens

Mensuur: 63,8 cm

Gebruikte houtsoorten

bovenblad: fijnjarig Fichtenhout
het onderblad, de zijwanden en het kopfineer: Indisch palissander
de hals: Honduras mahonie
de toets en de kam zijn van ebbenhout

De rozet is opgebouwd uit diverse soorten paarlemoer: abalone en yellowfish
Er is voor gekozen voor een passief element te plaatsen, een ‘K & K’, bestaande uit 3 opneem-elementen, die een zeer natuurgetrouwe klankkleur geven.
Laksoort: nitrocellulose

het onderblad van de folkgitaar is van Indisch palissander

de lijmranden worden aangebracht op de zijwanden van de folkgitaar

aan de onderkant van het bovenblad worden de latjes gelijmd

de klankkast van de folkgitaar wordt in elkaar gelijmd

de toets van de folkgitaar wordt op de hals gelijmd

de folkgitaar kan naar Paul, zijn nieuwe bestemming

Jazzgitaar

Hans de Louter

Deze gitaar heb ik gebouwd als een kruising tussen een Gibson L5 en een d’Angelico New Yorker.

Deze gitaar heeft een massief carved-top boven- en onderblad en dit betekent dat de beide bladen uit een dik stuk hout worden gesneden met gutsen – hele kleine vioolbouwers-schaafjes – en vervolgens afgewerkt met schraapstalen. Deze zorgen voor de afwerking door het hout te ‘snijden’ in plaats van het te schuren, door middel van schuurpapier. Daar het bovenblad bol is zie je dit duidelijk aan het lopen van de nerven in het hout: de structuur is niet ‘gekringeld’, maar loopt recht door het blad heen. Dit is één van de voordelen van een schraapstaal boven schuurpapier.

Het instrument heeft een mooie warme klank en is onder andere goed geschikt voor de Jazzwereld.

Technische gegevens

Mensuur: 63,8 cm

Gebruikte houtsoorten

bovenblad: Fichtenhout
onderblad, zijwanden en hals: tijgerstreep esdoorn
kopfineer, toets en kam: ebbenhout

Laksoort: nitrocellulose

jazzgitaar de stabiliteit van de krans (= de zijwanden)

jazzgitaar voortgaande werkzaamheden voor de hals, krans en het bovenblad

jazzgitaar de kop, paarlemoer in ebbenhout

jazzgitaar voorkant met een ‘sun-burst‘ laklaag

De Maccaferri- en Selmergitaren

De Selmer- en Maccaferri gitaren zijn beiden gebruikt bij de band ‘Hotclub de France’ met Django Reinhardt en Stevane Grappelly en hebben hierdoor hun faam duidelijk bewezen. Omdat er in deze muziek nauwelijks een slagwerker voorkomt, hebben deze gitaren mede door hun aparte slag hun bestaansrecht bewezen.

De Maccaferri gitaar

Het is begonnen met dhr. Mario Maccaferri, die in eerste instantie een carrière begon als een concertgitarist, toen hij in 1933 een ongeluk heeft gehad met zijn rechterhand. Het gevolg was dat hij andere werkzaamheden moest zoeken. Hij vond in de gitaarbouw, iets waar hij al sinds de late twintiger jaren mee bezig was.
De firma Selmer te Parijs heeft ongeveer 300 Maccaferri’s in hun nieuw opgezette fabriek gebouwd, toen er een conflict aan de dag kwam omtrent het contract, dat slechts een rechtsgeldigheid van 6 maanden had.

Mario Maccaferri was een zeer inventieve man, die verschillende nieuwe ontwikkelingen betreffende zijn gitaren heeft voorgesteld en gebouwd: zijn klankdoos met een projectieschild, een bijzondere bracing, het ontwerp van de kop, etc.

Hans de Louter

In de Hotclub de France is zijn D-klankgat model erg bekend geworden; er zijn door mij enkele tientallen van gebouwd, ook met een klankdoos en een projectieschild.

Technische gegevens

Mensuur: 63,8 cm

Gebruikte houtsoorten

bovenblad: Fichtenhout
onderblad en zijwanden: Indisch palissander
hals: mahonie
kopfineer, toets en kam: ebbenhout

Laksoort: nitrocellulose

Recensie

Hans de Louter Maccaferri | 1991, D-hole with Resonator, EC

This is likely one of the best replica Maccaferri i’ve seen and heard so far, it’s a well preserved Hans de Louter Maccaferri Model made in 1991, that already matured for 24 years probably one of the reasons why it sounds so darn good. A most intriguing tone.

Back in the days Hans de Louter made one For Stochelo Rosenberg, (also mentioned on Stochelo Rosenberg ‘Wikipedia‘ biography) Since this is the 2nd one of that era we came accross, and the other one not being that guitar as confirmed by Hans, it might well be this one (or not/we are not sellling as such). This guitar sounds truly deep, ‘classy’, matured and with the right ‘bark’ you all are looking for in a Vintage Gypsy guitar. Nice thing is, this one holds the original resonator Hans put into the guitar back in 1991.

It featues a solid spruce top, solid Rosewood back and sides- and solid mahogany resonator – Hans says because it is the only way to come close to the Genuine Maccaferri guitars- Walnut 5-piece neck with maple splines, slotted head with 3 on a plate enclosed Schaller Tuners, rosewood binding, multiple ebony-maple wood purfling, walnut-maple back-centre seam-inlay, Beautiful multiple-wood rosette, excellent condition with some superficial playwear, little dings and tiny scratches, but not disturbing in any way, actually excellent maintained condition for a 24 year old guitar, all original and holding original finish, original tuners, tailpiece, resonator, and bridge.

The condition of the Lacquer is outstanding, some checking in the back and very little wear on the body and neck, the neck doesn’t show pitting or dents, only some superficial play wear, there are no cracks anywhere, only some crazing in the finish that gives it a cool vintage look. The action is comfortable and the playability is wonderful but some gypsy players will find it a tadd low. We gladly make it higher for you. A rare opportunity on a exceptional sounding guitar from a highly appreciated Dutch maker who is known to make Guitars not only for a living but foremost as a passion, a rare opportunity for those who care about tone! 640mm scale length, 45mm nut width, with Case

De Selmer gitaar

Na de breuk met Maccaferri moest Selmer, onder eigen bewind, een andere gitaar gaan bouwen. Het werd een instrument met de 14-de fret op de body, terwijl de Maccaferri de 12 fret op de kast heeft.

De Selmer heeft een klein ovaal klankgat, dat de klank bij solistisch spel ten goede komt en evenals de lange mensuur (dit is de klinkende snaarlengte) van 67 cm; de Maccaferri-gitaar heeft normaal een mensuur van 63,8 cm.

Al met al wordt de Selmer – met zijn ’snijdende’ klank – meer gezien, als een solo-instrument, terwijl de Maccaferri – met zijn ‘ritselen der bladeren’ – goed is in zijn akkoordenspel.

De Selmer wordt nu overal gebouwd, ook in de fabrieken, zodat er een grote keuze is.